De Vink
Vinken zijn te vinden in Europa, in het westen van Azie en het noorden van Afrika.
De vinken zijn ongeveer 15 tot 16 cm.
Het mannetje is te herkennen aan zijn mooie zang en aan hun opvallende tekening en kleur.
Vinken hebben een eigen territorium ze verdedigen dit vooral tijdens de broedperiode daarom is het dan ook aan te raden om ze in een kweekkooi te laten broeden, of alleen in een voliere te laten broeden.
Als je vinken gaat houden in een voliere is het aan te raden om groenblijvende bomen of struiken zoals coniferen en sparren.
Vinken maken hele mooie nesten ze gebruiken hiervoor verschillende materialen worteltjes van planten, grashalmen en ze bekleden het nets met veertjes en dierenhaar.
Meestal maken ze een nest in struiken of bomen maar ook wel eens in een nestkastje.
De vinken leggen meestal 3 tot 4 eitjes die meestal worden bebroed door het vrouwtje.
De jonge vinken komen tussen 11 tot 15 dagen uit het ei, en worden door beide ouders gevoerd.
Ze hebben de eerste dagen erg veel behoefde aan levend voer zoals fruitvliegjes en buffalowormpjes.
Na een dag of 12 kunnen ze gaan uitvliegen, maar dit kan ook een paar dagen later worden.
Vinken hebben een eigen territorium ze verdedigen dit vooral tijdens de broedperiode daarom is het dan ook aan te raden om ze in een kweekkooi te laten broeden, of alleen in een voliere te laten broeden.
Ze worden na het uitvliegen nog een tijdje gevoerd door het mannetje totdat ze zelfstandig zijn.
De mannelijke nakomelingen zult u wel uit de voliere moet halen om agressief gedrag te voorkomen.
Vinken geeft men wildzangzaad, en ze lusten ook graag meelwormen, fruit en bladluizen.
En wat men zeker niet moet vergeten is grit en maagkiezel te verstrekken.
Er zijn mutaties bekent zoals opaal, patel, bonte, agaat, bruine en isabel.
Vinken zijn beschermde vogels en mogen alleen onder bepaalde restricties gehouden worden.
|