De Saffraanvink
Sicalis flaveola (Linnaeus)
Land ven herkomst is Zuid Amerika.
De lengte van de saffraanvink is ongeveer 13 a 14 centimeter.
Bij het mannetje van de saffraanvink voorhoofd en schedel oranjekleurig, verdere bovenzijde groeniggeel, onderzijde fel geel.
De vleugels en staart zwart-bruin op de kop oranje tot oranje-geel de bovensnavel bruin-grijs en de ondersnavel geelachtig.
Het vrouwtje van de saffraanvink mist het oranje op de kop en is boven grijs-bruin.
Zij is matter dan de man de bovenzijde meer bruinig-grijs, kop groen-geel, voorhoofd bleek oranje, keel grijs.
De jongen lijken op de pop, ze hebben op de bovenzijde zwarte strepen, de onderzijde is grijs-wit, alleen de onderstaartdekveren en de bevedering van de flanken geel.
De oogjes zijn bruin, snavel hoornkleurig, poten vleeskleurig.
Ze houden van alle soorten zaden; gierst, witzaad, halfrijpe en rijpe gras- en onkruidzaden, vogelmuur, verse miereneitjes, wat meelwormen en gekiemde zaden.
Broedresultaten zijn meermalen verkregen, maar dan alleen in een grote voliere of als paartje in een kweekkooi.
In de paartijd zijn zij onrustig en willen de nesten van andere vogels wel eens verstoren.
Saffraanvinken houden van een lekker bad, zorg er dus voor dat er altijd een schaal met badwater ter beschikking staat.
Goed geschikt voor een kooi (minstens 60 -70 cm lang), liefst paarsgewijze.
Saffraanvinken zijn zeer aan te bevelen voor een voliere.
De voliiere wel beplanten met struiken en heggen, ook dennentakken aanbrengen.
Ze zijn niet gevoelig voor koude, maar moeten 's winters wel in een vorstvrije ruimte worden ondergebracht.
De beste kweek resultaten worden behaald in een grote buitenvoliere.
Begin broedtijd: april/mei, jaarlijks 2-3 broedsels, daarna man en pop scheiden, anders gevaar voor uitputting.
De man jaagt zeer heftig achter de pop aan en baltst dan met naar voren gestrekte kop, opgestoken kleine veren, hangende vleugels en opgeheven staart. Door in elkaar te duiken, nodigt de pop tot de paring uit. Nestgelegenheden: meestal in nestkast voor grote parkieten en halfopen nestkastjes; de pop bouwt een slordig nest van halmen, vezels, worteltjes, haren en veren.
Legsel: 3-4 witte eitjes met vage grijze en zwartachtige vlekken. Overwegend broedt, wordt slechts af en toe door de man afgelost.
Nestkontrole moet worden afgeraden. Na 14 dagen komen de eitjes uit.
Voor het opvokken van de jongen geven we grote hoeveelheden verse miereneitjes, veel grashalmen, groenvoer, gekiemde zaden en universeelvoer.
Na 14 dagen vliegen de jongen uit, ze worden vervolgens nog door de ouders gevoerd.
Indien de man te vroeg met baltsen begint, moet hij afzonderlijk en buiten gezicht en gehoor van de pop worden ondergebracht.
volledige volwassen bevedering krijgen de saffraanvinken vaak pas als ze 3 jaar oud zijn.
|